Dit had de Groningse gedeputeerde niet verwacht. Toen Tjeerd van Dekken (PvdA, Milieu) eind september de resultaten zag van het onderzoek naar mestfabrieken in de drie noordelijke provincies schrok hij zich „rot”.
In mei, juni en juli controleerden de drie omgevingsdiensten 33 van de 34 mestvergistingsbedrijven in Friesland, Groningen en Drenthe – de resultaten werden dinsdag gedeeld met de provinciale staten van de provincies. Bij 23 van hen werden sporen aangetroffen van amfetamine, en 27 hadden een te hoog gehalte aan zware metalen, zoals koper en zink. De sporen zaten in het zogeheten digestaat, een mengsel van dierlijke en industriële resten tot meststoffen. Dit mag niet volgens de wet, omdat te hoge staalwaarden (en drugsresten) gevaarlijk zijn voor de natuur, dieren en mens.
De verwerkingsbedrijven mengen mest met organische producten – waaronder maïsafval, gras en schillen. Dit mengsel gaat door het vergistingsapparaat – tot nieuwe, duurzame producten zoals biogas en digestaat, een soort mest die boeren over hun land strooien waardoor planten en gewassen beter groeien. Van Dekken vreest dat de drugs- en metaalresten via het digestaat terechtkomen en over het boerenland worden uitgestrooid.
Criminelen
Het onderzoek heeft niet vastgesteld dat het digestaat is uitgestrooid, maar houdt hier voorzichtig rekening mee. Tussen het afnemen van de monsters (in mei, juni en juli van dit jaar) en de resultaten van het onderzoek zat een aantal maanden. In die periode konden de mestverwerkers de geproduceerde mest over hun eigen land strooien of verkopen.
Nederland telt ongeveer driehonderd mestverwerkingsbedrijven. Zij gebruiken de nieuwe organische meststof vaak voor eigen landbouwgrond en verkopen de rest.
De 23 bedrijven bij wie amfetamineresten zijn aangetroffen zijn eind september geïnformeerd dat ze de geproduceerde mest niet mogen afzetten en moeten die bewaren. Zodra de mestsilo’s vol zijn, moeten de vergisters stop worden gezet. Hierdoor lopen de mestfabrieken veel inkomsten mis, zeggen ze.
Eerst moet onderzocht worden hoe de amfetamineresten terecht kwamen bij de 23 bedrijven, zegt gedeputeerde Van Dekken. Er gaan, volgens Van Dekken, allerlei „wilde theorieën” rond. Bijvoorbeeld dat criminelen de drugsresten mengen met „aangevoerde mest of organisch materiaal” en deze op die manier aanleveren bij de mestverwerkers. De mestverwerker hoeft daar niet van op de hoogte te zijn. Of deze theorie klopt wordt onderzocht, zegt Van Dekken.
Vorige week werden de 33 bedrijven opnieuw bezocht door de omgevingsdiensten en zijn voor een tweede keer monsters afgenomen.
Het Rijk dacht jarenlang met mestvergistingsbedrijven een oplossing in handen te hebben voor het Nederlandse mestoverschot, maar dat beeld kantelt steeds keer. Keer op keer constateren inspectiediensten dat mestverwerkers zich niet aan de regels houden. Zo concludeerde de provincie Gelderland al in 2014 dat mestverwerkers vaak de regels overtreden door bijvoorbeeld illegaal afval te mengen uit bijvoorbeeld de verfindustrie of uit slachterijen.
In 2016 kreeg NRC via de Wet openbaarheid van bestuur, tegenwoordig de Woo, een intern rapport van het Openbaar Ministerie boven tafel. Mestverwerkers speelden een sleutelrol in gesjoemel met afval en subsidies. Zo mengden de verwerkers in plaats van maïsafval of gras bij de mest slachtafval, afvalwater of chemisch afval. Giftige stoffen kwamen daardoor in bodem, grondwater en in de voedselketen terecht. Ook waren de bedrijven vaak niet rendabel en werden met overheidsgeld in leven gehouden.
Een ondernemer uit Drenthe, waar zowel amfetamineresten als te hoge metaalwaarden zijn aangetroffen, zegt dat tijdens het mengen van het afval met mest er zuren vrij komen die amfetamine produceren.
De man, die vanwege de gevoeligheid van de kwestie niet met zijn naam in de krant wil, heeft in het verleden een boete gekregen van 10.000 euro van de NVWA, omdat hij verboden afval verwerkte tot digestaat. Volgens de man was de partij van wie hij het afval kreeg niet eerlijk geweest. „Je had toen cowboys die je allerlei afval in de maag probeerden te splitsen.”
Inmiddels is de mestverwerkingsindustrie behoorlijk opgeschoond, zegt hij. Hij durft zijn hand er voor in het vuur te steken dat geen van de 23 bedrijven zaken doen met criminelen. „Wij zijn geen afvoerputje van de drugscriminaliteit.”
Opgelicht
Eind november delen de provincies Friesland, Groningen en Drenthe de resultaten van de tweede testronde. Daaruit zal blijken, volgens de ondernemer uit Drenthe, dat er weinig aan de hand is en dat de amfetamineresten niks te maken hebben met drugscriminaliteit.
De omgevingsdiensten hebben geconstateerd dat er veel drugsafval en zink in de mestverwerkers zit, zegt gedeputeerde, Van Dekken. „Ik heb er een hard hoofd in dat we na een tweede onderzoek zeggen: ‘het viel allemaal wel mee.’”
Het is volgens Van Dekken de vraag of de bedrijven er zelf iets aan kunnen doen dat er amfetamine en te hoge metaalwaarden zijn gevonden in hun apparaten, misschien zijn ze opgelicht door de partij die het afval bij ze bracht. Één ding staat wat hem betreft vast: „Ik geloof dat dit een hele ernstige kwestie is.”